Branweermoppen (27)
1.Een brandweerman komt op zekere dag thuis van zijn werk en zegt tegen zijn vrouw:
We hebben nu op de kazerne een prachtig systeem met belsignalen.
Bij bel een trekken we onze jassen aan,
bij bel twee springen we langs de glijpaal en
bij bel drie rijden we weg op de autospuit.
Ik vind het zo'n mooi systeem vervolgde de brandweerman tegen z'n vrouw,
dat moeten we hier thuis ook invoeren:
Even later schreeuwt z'n vrouw "Bel vier!"
"Wat is in hemelsnaam Bel vier" vraagt de man.
"Meer slang" zegt z'n vrouw. "Je bent nog lang niet bij het vuur!"



2."Met de Brandweer."
"Kom snel, mijn huis staat in brand!"
"Heeft u al geprobeerd om er water over heen te gooien?"
"Ja, schiet op!"
"Nou, dan hoeven we niet te komen, want meer kunnen wij ook niet doen."



3.Journalist tegen de brandweerman:
"Die vrouw die u van drie hoog gered hebt moet minstens honderdzestig kilo gewogen hebben,
en zelf bent u toch niet meer dan tachtig kilo. Hoe heeft u dat toch voor elkaar gekregen?"
Antwoordt de brandweerman "Ik heb het in twee keer gedaan."



4.Een Amsterdammer stond tijdens zijn vakantie op Hawai over zijn stad op te scheppen tegen de plaatselijke bewoners.
Op een gegeven moment krijgt één van de Hawaianen er genoeg van en zegt:
"Maar in Amsterdam hebben jullie toch niet van die prachtige vulkanen die steeds vuur en rook spuwen?"
Waarop de Amsterdammer zegt: "Maar wij hebben een brandweer die dat binnen een uur kan blussen!"



5.Tijdens een grote brand in de binnenstad raakte één der brandweerlieden bedwelmd door de rook en werd door z'n maat naar buiten gesleept en gereanimeerd.
Na het sein 'brand meester' maakte de commandant een rondje langs de brand om te zien of alle brandweermensen nog in orde waren.
In de steeg naast de brand vond hij de twee brandweerlieden die bezig waren de liefde te bedrijven.
"Wat is dat?" schreeuwt de commandant.
"Als iemand bedwelmd is moet je 'm mond-op-mondbeademing geven, en niet dit!"
"Dat heb ik gedaan" roept de eerste brandweerman. "Hoe denk je dat dit begonnen is?"



6.Journalist: "Hoe kan het dat brandwacht Jansen van een 30-meter ladder is gevallen en niet gewond is?"
Brandmeester: "Hij stond op de onderste sport."



7.In een Rotterdamse beroepskazerne hebben ze organisatie opgericht die Anonieme Athleten (AA) heet.
Als je een onbedwingbare lust krijgt tot voetballen, hardlopen, volleyballen of zwemmen,
sturen ze iemand naar je toe om samen te drinken....



8.Tijdens de medische keuring vraagt de dokter aan de brandweerman van de alarmcentrale:
"Wanneer heb je voor het laatst gemeenschap gehad?"
Zegt de centralist: "Nah, rond 1950."
Zegt de dokter: "Zó lang geleden?"
"Nou", zegt de centralist en kijkt op zijn horloge. "Het is nu 2100, dus dat valt nog wel mee..."



10.Tijdens een vreselijke wolkbreuk belt een man de Brandweer en zegt:
"Ik sta tot m'n knieën in het water, help me!"
Waarop de centralist zegt: "Voor een dergelijke kleine overstroming komen we nu niet meteen."
Roept de man weer: "Oh nee?, maar ik woon op drie-hoog!"



11.Neem ik laatst een brandverzekering voor mijn auto.
Wilde de verzekeringsagent me ook nog een diefstalverzekering aansmeren.
Dat heb ik niet gedaan. Wie steelt er nou een verbrande auto?



12.Hier in de stad is een fabriek waar ze brandmelders maken.
Gisteren is-ie afgebrand....



13.Twee receptionistes bij de Brandweer tijdens de koffie:
"Die officier van dienst is fantastisch. En hij kleed zich ook zo goed!"
"Ja, en zo snel ook!"



14.Een gepensioneerde brandweerofficier stond er om bekend dat hij elke dag een fles jenever dronk, totdat hij stierf op 96-jarige leeftijd.
Toen hij werd gecremeerd duurde het een week voordat het vuur gedoofd was....



15.Met enige moeite sleept de brandweerman de dronken kerel uit het brandende gebouw.
Buiten gekomen vraagt hij aan de dronkaard: "Heb je enig idee hoe de brand ontstaan is?"
Waarop de dronkaard zegt: "Geen idee, toen ik naar binnen ging brandde het al!"



16.Als je vijftig brandweerlieden en één niet-brandweerman in een ruimte hebt,
hoe noem je dan die niet-brandweerman?
Barkeeper!



17.Een zeer voorzichtige handelsreiziger maakte er altijd een gewoonte van om in de hotels waar hij verbleef de nooduitgangen op te zoeken en uit te proberen.
Tijdens zo'n inspectie trok hij per ongeluk de deur van een badkamer open, waar een man stond te douchen.
"Oh, sorry" zei de handelsreiziger, "Ik zocht de nooduitgang en brandtrappen" en deed gauw de deur dicht.
even later kwam de douchende man naakt de gang op rennen achter de handelsreiziger aan.
Buiten adem riep hij: "Waar is de brand, waar is de brand?"



18.Tijdens een groot congres breekt er brand uit in het hotel waarin minister-president Kok, minister van Binnenlandse Zaken Dijkstal en minister van Buitenlandse Zaken Van Mierlo verblijven.
De rook verspreid zich door de gangen en voor het illustere drietal is er geen andere uitweg dan door het raam.
Op straat spreiden de brandweerlieden een vangzeil uit, en Dijkstal klimt uit het raam en springt.
Vlak voordat hij in het vangzeil zou vallen, trekken de brandweerlieden het zeil weg en 'Spletch',
Dijkstal valt op het trottoir.
Kok, die als tweede zou springen, durft niet meer zo goed, en roept
"Waarom hebben jullie Dijkstal zo laten vallen?"
"We hebben het niet zo op VVD'ers" roepen ze terug en gebaren dat hij nu moet springen.
Kok waagt het er op, springt naar beneden, maar vlak voordat hij het vangzeil zou raken trekken de brandweerlieden het weer weg. 'Spletch',
Kok valt op het trottoir.
Van Mierlo kijkt angstig over de vensterbank en durft niet meer te springen.
De brandweerlieden gebaren dat hij gewoon kan springen maar hij vertrouwt het niet.
"Waarom hebben jullie Kok zo laten vallen?" roept-ie met een benepen stemmetje.
"Oh, hij heeft nogal wat impopulaire maatregelen genomen, waar we als brandweer veel last van hebben", roepen de brandweerlieden en gebaren dat hij nu moet springen.
Van Mierlo vertrouwt het nog steeds niet en roept:
"Weet je wat, als jullie dat vangzeil nu gewoon op straat leggen, en jullie lopen allemaal tenminste tien meter weg, spring ik wel in dat vangzeil!"



19.Twee bekende brandweerinstructeurs lopen door de tuin van het NIBRA.
Zegt de één: "Tjonge wat een fijne klas had ik net.
De leerlingen leken wel aan hun stoelen vastgelijmd!"
Waarop de ander zegt: "Jeetje, waarom heb ík daar nooit aan gedacht!"



20.De commandant van een middelgrote gemeente werd door een vrouwelijke journalist geïnterviewd over zijn nieuwe beleid om alleen maar getrouwde mannen aan te nemen bij de brandweer.
"Ik denk dat het een goed beleid is", zegt de journaliste tegen de commandant.
"Is het omdat wij vrouwen ze liefde, begrip en kracht kunnen bijstaan in hun moeilijke vak?"
"Nee hoor" zegt de commandant.
"Omdat ze gewend zijn achter hun vodden gezeten te worden, bevelen onmiddellijk uit te voeren en niet schrikken als ik tegen ze schreeuw!"



21.Op een mooie decemberdag ziet een voorbijganger de bosbrandweerauto achteruit de kazerne inrijden, terwijl er een fraaie denneboom op de grill zit.
"Voorbereiding voor de kerst?" vraagt de burger.
"Nee hoor", zegt de brandmeester, "instructieritje met een nieuweling."



22.Tijdens de brandpreventieweek legt de brandweerman aan de kinderen uit wat ze moeten doen als hun kleren in brand staan.
Hij verteld dat ze moeten stoppen, zich laten vallen en dan rollen om de vlammen te doven.
Aan het einde van de les vraagt hij aan Jantje:
"En Jantje, wat moet je doen als je jas in brand staat?"
Waarop Jantje zegt: "Niet aantrekken!"



23.Tijdens de brandpreventieweek werden er woonhuisinspecties gehouden.
Een brandweerman belt aan bij een woonhuis, waarop een prachtige jonge vrouw de deur opende.
"Dag mevrouw", zegt de brandwacht, "mag ik uw man even spreken?"
"Mijn man is op zakenreis, en komt op z'n vroegst pas over een week thuis" zegt de vrouw.
De brandweerman kijkt nog eens goed naar de vrouw, zucht een keer en zegt:
"Vindt u het goed als ik binnenkom en op hem wacht?"



24.Een moeder legt haar dochtertje omzichtig uit hoe kinderen op de wereld komen.
Daarbij gebruikt ze de uitdrukking 'een kind dragen' in plaats van zwanger zijn, en het meisje leek het te begrijpen.
Een paar dagen later woedde er een grote brand in de buurt en het meisje had staan kijken.
's Avonds vertelt ze haar ouders wat ze gezien had.
"Er was een grote brand in dat huis.
Een brandweerman kwam er aan, ging naar binnen en toen hij weer naar buiten kwam, was hij zwanger!"



25.Een paar jongens zitten in de snackbar als de brandalarmsirene gaat loeien.
Eén van de jongens staat op om naar buiten te gaan.
"Ik wist niet dat je bij de vrijwillige brandweer zat" zeggen zijn vrienden.
"Zit ik ook niet", zegt de jongen, "maar de man van mijn vriendin wel!"



25Vier katholieke dames zitten bij elkaar op de thee.
De eerste zegt tegen haar vriendinnen "Mijn zoon is een priester.
Als hij ergens een kamer binnenkomt, zegt iedereen -Eerwaarde- tegen hem."
De tweede katholieke dame haalt haar neus op en zegt "Mijn zoon is bisschop.
Telkens als hij een kamer binnenloopt zegt iedereen -Monsigneur-."
"Ah!" schampert de derde dame.
"Mijn zoon is kardinaal. Waar hij binnenkomt zeggen ze -Uwe Eminentie- tegen hem!"

26.Terwijl de vierde katholieke dame haar thee in stilte opslurpt,
wenden de eerste drie dames zich tot haar met een subtiel "Enne, die van jou?"
"Nou, kijk" zegt ze veelbetekenend. "Mijn zoon is 1.95 meter lang en heeft grote vierkante schouders. Hij is vreselijk knap en kleedt zich zeer goed. Hij is brandweerman.
Als hij een kamer binnenkomt, roepen alle vrouwen -Oh, mijn God-...."



27."Jansen!" roept de commandant tegen een langshollende brandweerman tijdens een grote brand,
"hoorde ik net niet de autoladder omvallen?"
"Ja meneer" antwoordt de brandwacht.
"Is brandmeester Pietersen ook gevallen?" vraagt de commandant.
"Nee meneer" zegt de brandwacht, "die hangt nog aan de dakgoot."
<